Met de renovatie werd direct in 1994 een begin gemaakt. Dit hield onder meer in dat de oorspronkelijke getrapte weeg (gevel van overnaadse planken) langs het Sint Pieterspad in ere werd hersteld. Eveneens keerde de achtergevel in vroegere staat terug. Er zou bijna een complete restauratie volgen. Zo werd het dak vernieuwd en opnieuw bekleed met oud-Hollandse dakpannen. Verder werden de vloeren van de begane grond en zolderverdieping vervangen door twee- en eenduims Pitch Pine delen. Hout Wat De Klok Slaat:
In het gehele pakhuis is zo'n 120m3 hout gebruikt. Eigenaar en houtspecialist Theo Hallingse selecteerde en kocht zelf de gewenste houtsoorten in: Red Cedar, Pitch Pine, Grenen en Oregon Pine (Douglas). Alles werd in duim- en voetmaten aangeleverd. Zo werd de vloer gemaakt van planken uit één boomstam en gezaagd in verschillende breedtes. De pracht van hout is overal te zien, vanaf de kapconstructie tot beneden bij de entree. Op de spanten en het verwerkte hout aan de buitenkant van het museum na is al het gebruikte hout onbehandeld. Tevens zijn alle kozijnen en deuren onder handen genomen. Een staaltje van vakmanschap toont ook de opgang naar het bordes van de zolderverdieping. De verdere aankleding en afwerking werd ook met grote zorg uitgevoerd. Steeds met een wakend oog op behoud van de authenticiteit. Naast het binnenwerk werd er ook buiten gewerkt. Op het achtererf verrees een Zaanse Kaats. Dit is een schuurtype zonder zolder en met een schuin aflopend dak. Het geheel draagt bij aan het intieme karakter van dit stukje achtererf.
Rechtzetten: Nadat Theo het pakhuis had gekocht, nam hij kontakt op met Jaap Schipper en Sikke de Jong. Deze gepensioneerde tachtigers zijn altijd sterk betrokken geweest bij de houtbouw in de Zaanse regio. Dhr. Schipper is bovendien architect van de wereldberoemde "Zaanse Schans". Beide deskundigen onderzochten het oorspronkelijke karakter van pakhuis De Klok en maakten tekeningen die Hallingse gebruikte voor de restauratie. De bedoeling was het gebouw zoveel mogelijk in de oude staat terug te brengen, met uitzondering van de voorgevel die oorspronkelijk van hout was. Uiteindelijk heeft het zeven jaar geduurd eer de restauratie voltooit was. In deze zeven jaar zijn delen van het pand gesloopt en weer hersteld, daarbij geholpen door aannemingsbedrijf Somass uit Wormerveer (gespecialiseerd in restauraties en molenbouw). Een van de eerste werkzaamheden was het rechtzetten van het gebouw dat op sommige plaatsen verzakt was. Na toestemming van Bouw- en Woningtoezicht werdt de fundering verniewd, van binnenuit tot achttien meter diepte. Het pakhuis stond weer recht. Oude Maatvoering:
De gevel van pakhuis De Klok staat parallel aan de Zaan, terwijl het pand zelf daar scheef op staat. In die tijd waren er nog geen rooilijnen. Het gevolg is dat alle ruimten in het gebouw niet haaks zijn, wat de restauratie niet gemakkelijker maakte. Hallingse moest niet alleen rekening houden met deze vreemde hoeken, maar ook met de afwijkende maatvoering van vroeger: duimen (2,5 cm), Amsterdamse voeten (28 cm) en ellen (69 cm) komen allemaal voor in de houtconstructies van houtmuseum De Klok. Binten, vloeren en wanden hebben dus allemaal bijzondere afmetingen. Men werkte vroeger met de zogenaamde 3-4-5-steek. In feite is dit de stelling van Pythagoras waarbij de rechthoekzijden in een vaste verhouding met de schuine zijde staan. Je komt in het gebouw dan ook nergens een hoek van vijfenveertig graden tegen. De afwijkende maatvoering geeft dit pakhuis daardoor juist zijn bijzondere authentieke karakter.
|
|||||||||||||
Houtmuseum Pakhuis 'De Klok' |